Regulering van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen versnelt uitbreiding van laadinfrastructuur
De langverwachte Europese regelgeving met betrekking tot infrastructuur voor alternatieve brandstoffen is officieel goedgekeurd, wat een belangrijke mijlpaal markeert voor het continent. Met ingang van 3 oktober 2023 heeft de Regulering van Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen (RIAB) directe invloed op de aanpak van duurzame mobiliteit in Nederland.
Gericht op het verbeteren van de beschikbaarheid van openbare laadstations, streeft de RIAB naar een gestroomlijnde en gedemocratiseerde aanpak van het gebruik van elektrische voertuigen in heel Europa. Binnen de komende zes maanden staat Nederland voor de dringende taak om aan de eerste voorschriften te voldoen. Dit houdt niet alleen in dat nieuwe snellaadstations betaalkaartbetalingen moeten accepteren en kWh-prijzen moeten tonen voor onmiddellijke betaling door EV-bestuurders, maar vereist ook een algehele herziening van de bestaande laadinfrastructuur.
Regulering van Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen (RIAB) & Fit-for-55: Ambitieuze Emissiedoelen
De Regulering van Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen (RIAB) staat in lijn met Fit-for-55, het EU-pakket gericht op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen met minstens 55 procent tegen 2030 (vergeleken met 1990). Nieuwe auto’s moeten in 2030 55 procent minder uitstoten dan in 2021, en zelfs 100 procent minder tegen 2035. Een robuust Europees laadnetwerk is essentieel om deze doelen te bereiken.
De RIAB stelt doelen vast voor alle lidstaten voor zowel het aantal laadpunten als hun capaciteit, zowel voor personenauto’s als voor vrachtverkeer. De voorgeschreven publieke laadcapaciteit hangt af van het aantal lichte elektrische voertuigen, inclusief zowel elektrische als hybride voertuigen. Er moet minimaal 1,3 kilowatt openbare laadkracht beschikbaar zijn voor elk elektrisch voertuig. Als een land bijvoorbeeld 100.000 volledig elektrische auto’s heeft, moet er in totaal 130.000 kilowatt laadkracht beschikbaar zijn, wat overeenkomt met ongeveer 15.000 laadpunten.
Europese doelstellingen voor snelladen
De doelstellingen voor snellaadpunten voor zowel personenauto’s als vrachtverkeer zijn nauw verbonden met het uitgebreide netwerk van hoofdwegen, afgebakend door de TEN-T-classificaties voor Europa’s ‘kern’- en ‘uitgebreide’ netwerken. Tegen 31 december 2030 is het doel om ervoor te zorgen dat langs elke 60 kilometer van het TEN-T-kernnetwerk in beide richtingen minimaal 3.600 kilowatt laadcapaciteit beschikbaar is, specifiek toegewezen voor elektrische vrachtwagens. Deze strategische inzet van laadinfrastructuur is cruciaal om de evolutie van elektrische vracht-mobiliteit in heel Europa te stimuleren en te versnellen.
Europese vereisten voor de diensten en hardware van openbaar toegankelijke laadpunten
Exploitanten van laadstations hebben de verantwoordelijkheid om gratis gegevens te verstrekken over de locatie, tarieven en beschikbaarheid van laadpunten. Lidstaten moeten deze gegevens vervolgens toegankelijk maken voor het publiek via een nationaal toegangspunt. De RIAB legt brede Europese normen op voor de diensten en apparatuur van openbaar toegankelijke laadpunten. Eerder was opladen zonder abonnement verplicht, maar nu zijn er extra vereisten ingesteld om betalingen met betaalkaarten te vergemakkelijken. Met automatische authenticatie (plug and charge) moet het nu mogelijk zijn om te betalen met een betaalkaart of laadpas. Bovendien kan de Europese Commissie technische specificaties opstellen met betrekking tot de Regulering van Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen (RIAB). Zij zal hierover advies inwinnen bij lidstaten en marktspelers. Dit kan van invloed zijn op de protocollen die in Nederland worden gebruikt voor communicatie tussen laadstations en voertuigen. Het is essentieel voor Nederland om EU-standaarden vast te stellen die in lijn zijn met de streven naar een open markt hier.